Namen van gedeporteerde Elburgse joden worden voorgelezen door Bep de Waard-Ruijs, steentjes gelegd, een voorstelling van leerlingen van de theatergroep van het Van Kinsbergen college. Burgemeester Jan Nathan Rozendaal leest voor uit ‘Sterrekinderen’ (Clara Asscher-Pinkhof). Onderstaand de toespraak van Jan Swager, de voorzitter van het bestuur van Museum Sjoel Elburg.
Prediker zei al: ‘De vroegere generaties zijn vergeten, en ook de komende zullen weer worden vergeten.’ Maar daar verzetten wij ons tegen: wij willen niet vergeten. Elke steen hier achter mij staat voor een leven, vertelt een geschiedenis… Elke steen is opgericht om te herinneren, dat het leven te kostbaar is om over te laten aan de dood. In al hun eenvoud vertellen die stenen de geschiedenis van het joodse leven in Elburg.
Wij weigeren te vergeten
Op de steen hier achter mij staan 21 namen van eveneens joodse plaatsgenoten. Als de geschiedenis anders was gegaan, waren zij wellicht ook hier begraven, had er voor elk van hen een steen gestaan. Dan was op de steen van Joseph wellicht de naam van Jetty genoemd, met wie hij in Westerbork trouwde. Of was van David iets gezegd over zijn eenvoud. Of was de steen van Ezechiël gesierd met een sjofar, net als die van zijn opa en naamgenoot. Ze hebben geen steen gekregen, dan die ene hier in de muur. Waar hun namen verzameld zijn, omdat wij weigeren te vergeten. Daarom vandaag deze Holocaustherdenking, op de dag waarop het kamp Auschwitz is bevrijd – tien van deze mensen werden daar omgebracht. Tien anderen in Sobibor, een van hen stierf in Vught.
Het kwaad was te sterk
Ik ben blij dat u en jullie hier zijn om samen met mij niet te vergeten. Ik wil jullie nu al bedanken voor wat jullie zullen laten zien: in beweging en emoties vertellen jullie het verhaal van een familie die hier kort voor de oorlog kwam, vanuit Oostenrijk, omdat ze hoopten dat ze hier veilig zouden zijn; ze werden niet meer dan passanten, want kort na het begin van de oorlog zijn ze vertrokken naar Amsterdam, omdat ze hoopten dat ze daar veilig zouden zijn. Maar het kwaad dat de Steinhauers achtervolgde, was te sterk, vader, moeder, dochter Gerda, nog maar negen jaar. Dat kwaad benam ook de Försters het leven, die de Steinhauers een thuis boden tijdens hun verblijf in Elburg, ook omwille van hun pleegdochter Anna, de zus van Leontine Steinhauer; Anna was de enige van de weggevoerden die weliswaar niet kon ontsnappen aan het kwaad, maar de oorlog wel heeft overleefd.
Wij willen niet vergeten
Wanneer we straks de namen noemen van de Elburgers die de Holocaust niet overleefden, denken we ook aan Jozeph, Leontine en de kleine Gerda. Omdat we niet willen vergeten wat hun is aangedaan. Omdat we niet willen vergeten hoeveel kwaad wij mensen kunnen aanrichten. Omdat wij niet willen vergeten om te leren van het verleden. Want - vrij naar Prediker - als wij het vergeten, zullen ook de komende generaties weer vergeten.