Verre werkreizen van Berg en Schwarz
In Museum Sjoel Elburg en het Noord-Veluws Museum in Nunspeet is momenteel de tentoonstelling “Vermoorde kunst” te zien. In Museum Sjoel Elburg hangt werk van het kunstenaarsechtpaar Else Berg en Mommie Schwarz. In het boek “Vermoorde kunst. Werk van vermoorde joodse kunstenaars” schrijft Linda Horn de reconstructie van hun twee levens.
Else Berg kwam in 1877 ter wereld in Ratibor, Duitsland, en groeide op in een welgesteld gezin. Ze hoefde niet te werken en mocht van haar ouders zelfs tekenlessen nemen. Samuel (Mommie) Schwarz (1876) is een neef van Else Berg en groeide op in Zutphen in een gezin waar geen geld was voor een opleiding. Mommie moest werken, maar trok in 1897 met zijn broer Julius naar de Verenigde Staten, waar hij vermoedelijk een opleiding tekenen en schilderen volgde. Hij keerde in 1908 definitief terug naar Europa – en ontmoette in Berlijn zijn nicht Else. “Ze konden het uitstekend met elkaar vinden”, aldus Horn. “Ze waren jong en nieuwsgierig, wisten zich aan te passen in een nieuwe omgeving en vertrokken min of meer op de bonnefooi naar Parijs” om daar te proeven van de nieuwe kunst.
Verfkisten
Rond 1910 vestigde het paar zich in Amsterdam. Ze trouwden, beiden ouder dan veertig jaar, in 1920, omwille van de naturalisatie van Berg tot Nederlandse. Het stel maakte verre werkreizen: naar Frankrijk, Italië, België, Mallorca en het voormalige Joegoslavië. Ze reisden dan met de trein of de boot. En als ze de bergen in gingen, vervoerden ze hun verfkisten soms op de rug van een ezeltje.
Bergense stijl
Na hun terugkeer vanuit een verblijf op Mallorca veranderden Berg en Schwarz tamelijk radicaal van stijl, aldus Horn. Ze ontdekten het schildersdorp Bergen, maakten daar kennis met schilders, beïnvloedden elkaar, “zodat er een zekere uniformiteit ontstond die de Bergense School wordt genoemd. Een traditioneel aandoende, figuratieve stijl met vrij donkere kleuren en flinters licht.
Koop hier het boek “Vermoorde kunst” en bezoek de gelijknamige tentoonstelling.