Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Menora en chanoekia: twee kandelaars

In ons museum wordt regelmatig door bezoekers de vraag gesteld: wat is nou eigenlijk het verschil tussen een kandelaar met zeven armen en die andere met acht of negen armen? Dan is het van belang dat de dienstdoende suppoost in Museum Sjoel Elburg daar iets zinnigs op weet te antwoorden.

Over de menora kun je kort zijn: het symbool van Israël en het Jodendom in het algemeen is de menora. Israël dient een voorbeeld en lichtdrager te zijn voor de wereld. Tijdens de woestijnreis van het volk onder leiding van Mozes is de gouden menora gemaakt. Daarmee is ook wel duidelijk dat dit een buitengewoon oud symbool is.

Feest
Met de chanoekia en het bijbehorende chanoekafeest ligt dat anders. Dit is van veel jongere datum, het verhaal rondom Chanoeka speelt zich af rond het jaar 165 voor Christus. In die tijd was Israël bezet door de Seleuciden, een wreed volk uit Assyrië, dat de Griekse, de Hellenistische godsdienst aanhing. Zo plaatste men een beeld van de Griekse god Zeus in de tempel en wilde men de hogepriester, Mattathias, dwingen daar een varken voor te offeren!

Makkabeeën
De vijf zonen van Mattathias zagen de bui al hangen, brachten hun vader buiten de stad en lieten hem onderduiken. Tegelijkertijd begonnen deze vijf mannen samen met veel medestanders een soort guerrillaoorlog tegen de vijand. Zij werden Makkabeeën genoemd, dat betekent zoveel als strijdhamers!

Koosjere olie
Afijn, die Seleuciden werden het helemaal zat daar in Israël en trokken zich terug. De zonen van de hogepriester gingen daarop met man en macht aan het werk: samen met veel andere mannen herstelden ze de tempel. Nadat alles klaar was en de tempel als bedehuis en woning van God weer ingewijd zou worden, ontdekte men dat er geen koosjere olie was om de menora aan te steken. Ja, men vond een klein kruikje met een beetje koosjere olie erin.

Acht dagen
Toen hebben de Makkabeeën besloten dat kleine beetje olie toch maar in de menora te doen en aan te steken; hadden ze voor enkele uurtjes toch dat mooie licht en intussen kon men dan beginnen met het persen van koosjere olijfolie. Maarrr: dat piepkleine beetje olie brandde de avond van die dag nog steeds! En de daaropvolgende dag nog steeds! Een regelrecht wonder, want dat kon helemaal niet! De mensen kwamen van heinde en ver om dit mirakel te aanschouwen. En om nu een lang verhaal kort te maken: dat beetje olie heeft acht (!) dagen gebrand en pas toen de versgeperste olijfolie klaar was gingen de lichtjes uit…

Wonder!
Een regelrecht wonder, riepen alle mensen, de Makkabeeën voorop. En men bepaalde toen dat dit mirakel elk jaar gevierd moest worden: het wonder van de lichtjes die acht dagen bleven branden, maar natuurlijk ook de her inwijding van de tempel en de bevrijding van de Seleuciden! Het chanoekafeest was geboren.

Negende arm
In de Nieuwe Testament wordt op één plaats verwezen naar dit winterse feest: de evangelist Johannes zegt in hoofdstuk 10 vers 22 dat Jezus tijdens de winter in de tempel liep, in de zuilengalerij van Salomo, ten tijde van het vernieuwingsfeest – en dat is dus het chanoekafeest! En dan nog dit: deze kandelaar heeft dus de acht armen die op de acht dagen wijzen, en er is nog een negende arm, de zogeheten chamash (dat betekent ‘dienaar’). Daarmee steek je de acht andere kaarsen aan. Die chamash is dan ook los te maken van de kandelaar zelf.

Een chanoekia mag elke vorm hebben die je maar wilt, het kan met olie of met kaarsjes, alles is prima zolang het maar acht plus één is! (tekst Willem van Dijk)