Op 4 mei herdenkt Nederland de oorlogsslachtoffers. In bijna alle gemeenten wordt een herdenking georganiseerd, zo ook in Elburg. Iedere gemeente vult op haar eigen manier de herdenking in. De organisatie van deze herdenkingen is in handen van gemeenten, lokale 4 en 5 mei-comités, Oranjecomités en verschillende organisaties van oorlogsgetroffenen.
We kunnen collectief herdenken, maar ook individueel. In dit artikel staan we stil bij de kunstenares Dinah Kohnstamm, in 1869 geboren in een bekende joodse familie die afkomstig was uit Duitsland. De familie praktiseerde de joodse religie niet, maar was wel maatschappelijk betrokken. Dinah zette zich in voor vrouwenrechten.
Lessen bij Monnickendam
Het is niet bekend wanneer Dinah Kohnstamm begon met tekenen en schilderen. Pas toen ze 32 was stuurde ze een pasteltekening en een tafelloper in voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898. In het begin van de vorige eeuw nam ze les in Berlijn bij onder anderen Arthur Lewin-Funcke. Terug in Nederland kreeg ze les van onder anderen Martin Monnickendam en was regelmatig werk van haar te zien op tentoonstellingen.
Geelkerken
In 1938 werd Kohnstamm in Amsterdam lid van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband van de bekende dominee Johannes Geelkerken en liet ze zich dopen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Dinah met haar zus Betty en twee joodse huisgenotes, Fanny van Raap en Dina Benjamin, aan de Euterpestraat in Amsterdam. In deze straat waren de Nederlandse afdeling van de Sicherheitsdienst en later de Zentralstelle gevestigd.
Westerbork
Op vrijdag 18 september 1942 gingen Dinah Kohnstamm (73) en haar zus Betty Stokvis-Kohnstamm (69) samen met nog twee huisgenoten bepakt en beladen, met de tram naar het Centraal Station van Amsterdam. Op weg naar Westerbork in Drenthe, waar de Duitsers alle joden in Nederland bijeen wilden brengen in afwachting van verder transport naar Duitsland.
Godsvertrouwen
In Westerbork aangekomen hoefde Dinah, als gedoopte jodin, voorlopig niet mee naar Auschwitz, aangezien de bezetter had besloten dat de deportatie van tot het christendom bekeerde joden werd uitgesteld. Betty Stokvis en de huisgenoten moesten wel met de eerstvolgende trein weg. Dinah wilde haar zus niet in de steek laten. Zij was vol Godsvertrouwen, wat ook maar de toekomst voor haar in het verschiet had. Dinah, Betty en hun huisgenoten werden bij aankomst in Auschwitz vergast.
Vermoorde kunst
Een schilderij van Dinah Kohnstamm was te zien op de tentoonstelling “Vermoorde kunst” die tot eind 2020 te zien was in het Noord-Veluws Museum in Nunspeet en Museum Sjoel Elburg. Meer weten over joodse kunstenaars die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord? Klik hier en bestel het boek “Vermoorde kunst. Werk van vermoorde joodse kunstenaars” bij Museum Sjoel Elburg.
Bron: Wikipedia, Joodsamsterdam.nl, pagina uit de biografie van ds. Geelkerken van Maarten Aalders (2013).