Aan de Elburgse Iris Schut viel op woensdag 13 juni 2012 een grote eer ten deel. Tijdens de opening van de nieuwbouw van de Sjoel door Prinses Máxima mocht zij een gedicht van de pas benoemde stadsdichter van Elburg voordragen.
Voor een bomvolle kerk en met Prinses Máxima op de eerste rij heft Iris Schut een uitstekende prestatie afgeleverd. Met waardigheid en gevoel droeg zij het gedicht Sjoel – in zelfbeschouwing voor. Het gedicht, geschreven in een sonnetvorm, is hieronder gepubliceerd. Ook voor de kersverse stadsdichter Willem van Dijk was dit de vuurdoop; het was zijn eerste gedicht in zijn nieuwe functie als stadsdichter. De Prinses en alle aanwezigen beloonden Iris en Willem van Dijk met een klaterend applaus.
Sjoel – in zelfbeschouwing.
Hier sta ik dan, te midden van die groten:
dat stoer kasteel, symbool van oude macht,
die poort die vissers naar de haven bracht
door ’t wenkend licht, als baken voor de boten.
Geen sjabbes meer; mijn kaarsen zijn gesnoten.
Vergeefs heb ik Elia hier verwacht.
De wrede mens heeft veel verdriet gebracht
en d’ onschuld is hier van de troon gestoten.
Onder mijn dak, waar mensen psalmen zongen,
waar wekelijks Gods zegen werd bedongen,
weerspiegelen relicten een gespleten tijd,
maar al ben ik klein, ik kan nog vele jaren
het kostbaar joods verleden hier bewaren
en staan voor vrede en verdraagzaamheid.
Willem van Dijk.
Elburg, 13 juni 2012