Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Een persoonlijke reis naar Sobibor

Volgend jaar, 2024, is de ‘ontdekking’ van Sobibor zo goed als rond. Het vergeten vernietigingskamp in Polen is dan een plaats van herinnering en herdenking geworden. ‘We weten nu wat er was, alles is in kaart gebracht’, zegt prof. dr. Martijn Eickhoff in zijn Sjoellezing in Elburg, donderdag 26 oktober. 

Eickhoff neemt zijn publiek in de Elburgse Ichthuskerk mee op een persoonlijke reis naar Sobibor. Allereerst verwijst hij naar de expositie die in 2013/2014 in Museum Sjoel Elburg werd gehouden over Sobibor. Een expositie met speciale aandacht voor de tien joods-Elburgse slachtoffers die in Sobibor werden omgebracht. Daarna maakt Eickhoff in zijn Sjoellezing inzichtelijk hoe het vergeten Sobibor dankzij de archeologie een plaats van herinnering kon worden. Jarenlang was het Poolse Sobibor tamelijk onbekend, weinig mensen wisten waar dit kamp voor stond. Er waren nauwelijks overlevenden en de Duitsers hadden de sporen van het kamp zorgvuldig uitgewist. 

Foto’s
In 2015 kwamen er tot dan toe onbekende foto’s boven water van het kamp. Foto’s die de illusie wekten van een vreedzaam Pools dorpje waar ogenschijnlijk niets gebeurde. Toch kreeg Sobibor juist door deze foto’s ‘een gezicht’, meldde de NOS in 2020. Sobibor was effectief voor de zogenoemde Aktion Reinhard van mei 1942 tot oktober 1943. Na de gevangenenopstand van 14 oktober 1943 besloten de Duitsers Sobibor te sluiten en van de aardbodem weg te vagen. Niemand zou hen ter verantwoording kunnen roepen over wat zij aan excessief geweld hadden teweeggebracht. Het aantal Joden, Roma en Sinti dat hier met verbijsterende efficiëntie om het leven werd gebracht, was dramatisch: 180.000, de 34.000 uit Nederland nog niet eens meegerekend.

Infrastructuur
Om de infrastructuur van het verdwenen Sobibor in kaart te brengen, was hulp nodig van de archeologie. Sinds de eerste grondboringen in 2001 kon Sobibor bij stukjes en beetjes worden ontrafeld aan de vergetelheid. Belangrijke archeologen waren Yoram Haimi, Wojtek Mazurek en, later, de Nederlander Ivar Schutte, bekend van het boek ‘In de schaduw van de nachtvlinder’. In 2014 konden de gaskamers worden ‘ontdekt’, er werden muren blootgelegd, en veel meer.

‘Schlauch’
Ook mede de Nederlandse overlevende Jules Schelvis kwam men steeds meer te weten over Sobibor. De spoorlijn met aansluitend de ‘Himmelfahrtsstrasse’, ook wel de ‘Schlauch’ (tunnel) genoemd: de route die de mensen moesten lopen nadat ze op het station waren aangekomen: spullen afgeven, ontkleden enzovoorts. ‘De snelheid waarmee mensen werden vermoord, was ijzingwekkend. Binnen één tot twee uur na aankomst waren ze vergast’, zegt Eickhoff.

Leerproces
Eickhoff geeft aan dat de ‘archeologische’ ontdekking van Sobibor in zijn totaliteit een leerproces was, wat met vallen en opstaan gepaard ging, en met voortschrijdend inzicht en de vertaalslag naar een museale opstelling. Hoe ga je om met individuele voorwerpen van de doden en hoe maak je inzichtelijk wat je hebt opgegraven? Denk aan een bril, een gouden ring – want de evocatieve kracht van alledaagse voorwerpen is groot. In Auschwitz worden brillen massaal tentoongesteld, zo niet in Sobibor. Hier is gekozen voor een enkele, een paar brillen hooguit. ‘Met heel weinig kun je veel laten zien.’

Respect
Botresten en as die bij regen uit de grond kunnen bovenkomen en zich als het ware aan je opdringen – zegt dat niet dat Sobibor niet vergeten wil worden? Uiterste piëteit betrachten, met inachtneming van rabbinale voorschriften, is op dit punt de leidraad. Streng selecteren, met respect naar de slachtoffers. Hoe doe je recht aan alle betrokkenen? ‘Gelukkig bestaat er nu veel meer consensus over de archeologie van het geweld’, geeft Eickhoff aan.

Afgerond
Tachtig jaar na de oorlog kan niemand meer om Sobibor heen. ‘We weten nu wat er was, alles is in kaart gebracht’, zegt Eickhoff. In 2024 komt er een publieksboek en een wetenschappelijk werk uit over Sobibor, tevens wordt er wordt een conferentie gehouden. Daarmee is het project over Sobibor en de archeologie van massaal geweld afgerond en zijn de woorden van Jules Schelvis –‘elk woord over Sobibor is een overwinning op de nazi’s’– ingelost. Spannend blijft natuurlijk welke rituelen mensen zullen gaan verbinden aan Sobibor. 

Zwaar
Eickhoff, directeur van het NIOD en bijzonder hoogleraar archeologie en erfgoed van oorlog en massaal geweld bij de Rijksuniversiteit Groningen, heeft met zijn thuisfront de afspraak dat er na 18.00 uur niet over het werk wordt gepraat. Sobibor is een zwaar onderwerp en hoe houd je het vol? Afstand houden dankzij een ‘professioneel schild’, zegt hij, ‘waarbij je tegelijkertijd moet aanvaarden dat dit schild soms niet werkt.’ Bij het NIOD is er psychologische ondersteuning voor de veldwerkers en de wetenschappers. Of dit werk een roeping is? ‘Het is een luxe om optimist te kunnen zijn en ik ben van nature een optimist.’