Frederieke Jeletich-Visser blikt met “heel veel plezier” terug op haar jarenlange betrokkenheid bij Museum Sjoel Elburg. Een onbetwist hoogtepunt blijft voor haar de opening van het museum in 2008. “Als na jaren van voorbereiding dan tijdens de opbouw en inrichting van het museum alle puzzelstukjes zo mooi in elkaar vallen, is dat een heel bijzonder moment.”
Na een samenwerking van zeventien jaar nam kunsthistoricus en cultureel ondernemer Frederieke Jeletich-Visser op 7 december 2020 afscheid van Museum Sjoel Elburg. Sinds 2003 maakte Museum Sjoel Elburg dankbaar gebruik van de deskundigheid en het uitgebreide netwerk van Frederieke Jeletich-Visser. Bij haar afscheid kreeg ze een “doosje” tentoonstellingen aangeboden, met daarin kaarten van alle tentoonstellingen die mede dankzij haar inzet in Museum Sjoel Elburg werden gerealiseerd.
Frederieke, hoe kwam je in 2003 in contact met Museum Sjoel Elburg?
“Ik werkte destijds als conservator-directeur van het Gemeentemuseum Elburg en werd als ambtenaar toegevoegd aan de werkgroep die de haalbaarheid van een “joods museum” in Elburg moest onderzoeken. Per 1 januari 2006 begon ik als zelfstandig ondernemer, en raakte ik ook professioneel bij Museum Sjoel Elburg betrokken.”
Wat heeft op jou de meeste indruk gemaakt als het over Museum Sjoel Elburg gaat?
“Dat zijn de verhalen die er verteld worden, die ik mee heb mogen doorgeven, maar waarvan ik zelf ook heb geleerd: de verhalen over de joodse inwoners van Elburg, over de kunstenaars die er geëxposeerd hebben, over het jodendom, over bijzondere objecten en hun geschiedenis. Helaas zijn die vaak verbonden met de Tweede Wereldoorlog, een gruwelijke periode die ons er steeds weer aan herinnert hoe belangrijk het is om stil te staan bij, en samen te werken aan onze vrijheid.”
Voor welke tentoonstelling moest je echt alles uit de kast halen om die te laten slagen?
“Daarbij denk ik er eigenlijk aan een paar: Er reed een trein naar Sobibor (2013), Christendom en antisemitisme (2017) en Vermoorde kunst (2020). Dat zijn alle drie grote tentoonstellingen, waar Museum Sjoel Elburg met meerdere partijen aan werkte. Dat betekende niet alleen meer afstemming, maar ook meer fondsenwerving, meer (museale) bruikleengevers, een audiotour, touchscreens, extra filmpjes, publicaties en dergelijke. Als projectleider is het dan altijd de uitdaging om ervoor te zorgen dat de tentoonstelling niet alleen op tijd en binnen het budget gerealiseerd wordt, maar ook zó als de tentoonstellingscommissie hem vooraf voor ogen stond. Dit soort tentoonstellingen vergt veel van een klein museum als Museum Sjoel Elburg – het is dan ook niet toevallig dat er steeds drie jaar tussen zit – maar geeft het museum ook een eigen gezicht en een eigen plaats in het museale veld.”
Wat is voor jou een onbetwist hoogtepunt in relatie tot de sjoel?
“Dat blijft toch de opening van het museum in 2008. Vanaf 2003 hebben we met een beperkt aantal vrijwilligers en externe professionele partijen heel hard gewerkt om de wens “de verdwenen joodse gemeenschap van Elburg in de voormalige synagoge present te stellen” te realiseren. Als na jaren van voorbereiding dan tijdens de opbouw en inrichting van het museum alle puzzelstukjes zo mooi in elkaar vallen, is dat een heel bijzonder moment.”
Hoe kijk je terug op je jarenlange betrokkenheid bij Museum Sjoel Elburg?
“Vooral met heel veel plezier. Het is een museum waar vrijwilligers zich, vanuit verschillende achtergronden en motivaties, met hart en ziel voor inzetten. Dat maakt het prettig en constructief samenwerken. Dat lees je trouwens ook terug in de reacties in het gastenboek. Daarin worden steevast de bijzondere sfeer, de gastvrije ontvangst en de mooie tentoonstellingen genoemd.”
Klik hier voor het filmpje van het afscheid van Frederieke Jeletich-Visser.