Dr. Jules Schelvis (1921) hield op dinsdag 30 oktober jl. de traditionele Sjoellezing, georganiseerd door Museum Sjoel Elburg. In een overvolle Ichthuskerk te Elburg vertelde de heer Schelvis zijn bijzondere verhaal met als titel Er reed een trein naar Sobibor.
In 1942 werd Jules Schelvis in Amsterdam opgepakt, tegelijk met zijn vrouw Rachel en een groot deel van zijn joodse familie. Behalve zijn zuster en moeder werd vrijwel zijn hele familie door de Duitse kampbeulen vermoord. Zelf ontsnapte hij als door een wonder aan de dood.
In Sobibor werden in 1943 ten minste 170.165 mensen, voornamelijk Joden, vermoord. Van hen waren er ongeveer 34.000 afkomstig uit Nederland. Jules Schelvis was één van de slechts achttien Nederlandse overlevenden. Hij overleefde het vernietigingskamp Sobibor, omdat hij na aankomst werd uitgekozen te gaan werken in een ander kamp. Dr. Jules Schelvis overleefde zeven concentratie- en vernietigingskampen. Zijn vrouw en schoonouders werden vrijwel direct in Sobibor vergast.
De bijna 450 aanwezigen waren zeer onder de indruk van het aangrijpende relaas. Aan het eind van zijn lezing gaf de heer Schelvis aan dat hij met zijn levensverhaal de opdracht voelde om deze geschiedenis door te geven aan het nageslacht. ’Dit verhaal moet iedereen doorgeven aan zijn kinderen en kleinkinderen, zodat het niet vergeten wordt. Zoiets mag nooit meer gebeuren’, aldus Jules Schelvis.
Voor zijn historische speurwerk naar de geschiedenis van het vernietigingskamp Sobibor ontving Jules Schelvis in 2008 een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam.