Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Oldebroek – Mulligen – J. Kanis

De driejarige Bertje Manasse uit Amersfoort duikt in 1942 onder bij Chris Kanis te Oldebroek. Korte tijd later wordt hij naar Jaap Kanis op Mulligen gebracht.

Bertje is eerst ondergedoken bij Jan Kanis te Amersfoort, samen met Maud en Rita Peper. Kanis bezorgt hen onderduikadressen in zijn geboorteplaats Oldebroek. Maud en Rita gaan naar de familie Spronk, Bertje gaat naar zijn broer.

Jan Kanis is postbeambte en op 9 mei 1940 vanuit Oldebroek naar Amersfoort vertrokken. Daar raakt hij al snel bij verzetswerk betrokken. Hij helpt veertig joden onderduiken, voornamelijk op de Noordwest-Veluwe. Kanis is lid van de knokploeg Soest en doet op 11 februari 1944 mee aan de overval op het distributiekantoor in Amersfoort. De overval mislukt. Kanis duikt direct onder in Soest, loopt daar in een val en wordt gearresteerd. Via het Huis van Bewaring in Amsterdam en kamp Vught wordt hij naar kamp Dachau gedeporteerd en vervolgens naar kamp Natzweiler. Later wordt hij teruggebracht naar Dachau. Daar wordt hij eind april 1945 bevrijd door de Amerikanen.

Leo en Fronica Manasse-Gosschalk, de ouders van Bertje, runnen een drogisterij. Zij duiken in 1942 onder in Soesterberg en vertrouwen Bertje toe aan hun plaatsgenoot Jan Kanis. Per fiets wordt het jongetje naar Oldebroek gebracht. Daar overleeft hij de oorlog. Ook zijn ouders overleven de oorlog.

In een interview in de Amersfoortse krant van 14 maart 2017 vertelt Bert Manasse dat hij in Oldebroek in een schuur woonde met andere joodse jongetjes. Na de oorlog zijn zijn ouders voor hem wildvreemden. Zijn pleegouders, dát waren zijn echte ouders. ‘Janken natuurlijk. Ik wilde terug naar Oldebroek.’

Bronnen:

  • Amersfoortse Krant (AD) van 14 maart 2017
  • Visser, A. (red.): ‘Familie Jan Kanis’ in: Oldebroek in Oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1994)