In de zomer van 1943 duiken bij Tijmen Vierhuizen op Bovenheigraaf 11 in Oldebroek drie kinderen onder: Suzelien Meijers, Johnny Meijers en hun pleegzus Sonja Selewicz. Ze zijn alleen overdag bij Vierhuizen. ’s Avonds slapen ze bij hun ouders Arend en Wil Meijers-de Kadt, die zijn ondergedoken bij de familie Dekker op Veenweg 31. Eind 1943 laat Arend Meijers aan de Bovendwarsweg, in het bos van J. Pot, een ondergrondse hut bouwen. Daar blijven ze tot de eind mei 1944.
Zaterdags voor Pinksteren ontdekt een Duitse soldaat dat er mensen in het bos verblijven. De familie Meijers vlucht weg en verstopt zich in een roggeveld. De volgende dag duiken Arend, Wil, Suzelien en Johnny onder bij Hendrik van de Streek aan de Hof ter Eekterweg in Oosterwolde. Sonja heeft een zware longontsteking opgelopen en duikt onder bij Hendrik Boeve op Zuiderzeestraatweg 31 in Oldebroek.
Bronnen:
- Visser, A. (red.), ‘Belevenissen met onderduikers. Oorlogsherinneringen van de familie Van Zalk’ in: Oldebroek in Oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1995)
- Oudheidkundige Vereniging De Broeklanden: Uut ’t Oldebroeck, april 2019