In het voorjaar van 1943 duiken vier joden onder in het magazijn van het Groene Kruis, hoek Bloemsteeg/Kapelsteeg (tegenwoordig onderdeel van het Feithenhof): een ouder joods echtpaar, een volwassen man en het kleine meisje Elle. Ze zijn daar onder bescherming van wijkzuster Deliana Verhoef.

De oudere vrouw heeft suikerziekte en heeft insuline nodig. Deliana weet wel raad: ze haalt ongevraagd bij dokter Gualthérie van Weezel insuline uit de medicijnkast. De dokter merkt wel dat er af en toe wat uit zijn apotheek verdwijnt, maar onderneemt verder niets. Het oudere echtpaar en de man worden na een paar weken naar Het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten gebracht. Elle blijft nog drie maanden langer op het zoldertje van het magazijn. Waar zij daarna naar toe wordt gebracht is niet bekend.

Was het oudere joodse echtpaar Max en Kaatje Gompes (Hoedemaker-Schoonhoed)? Zij zijn in Het Verscholen Dorp ondergedoken en na de ontdekking van dit kamp door de Duitsers vermoord. Kaatje had suikerziekte en was doof. Ze gebruikte een hoorn om nog wat geluid op te vangen. Verzetsmensen vertelden later dat toen de oudere mensen in het magazijn verbleven er vaak zo’n lawaai werd gemaakt dat het buiten te horen was. Iemand die in de hoorn schreeuwde? Zijn Max en Kaatje na de ontdekking van hun onderduikadres in Epe eerst naar Elburg gebracht en pas daarna naar Het Verscholen Dorp?

In Het Verscholen Dorp verbleven ook Jaap (Max) de Boer, zijn vrouw Jopie en dochtertje Elly (Ella?). Jaap en zijn gezin waren op hetzelfde adres in Epe ondergedoken als Max en Kaatje. Zijn zij ook na de ontdekking van dit adres eerst naar Elburg gebracht? Bleef het meisje langer in Elburg, omdat hun onderkomen in Het Verscholen Dorp nog niet klaar was?

Bronnen:

• Arent thoe Boecop: uitgave 29, Elburg 1940-1950 ( Ermelo 1985)
• Thijssen, Jeroen, Het verscholen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Amsterdam 2020)