Half januari 1945 duikt Siena Heilbron-Emden uit Amsterdam onder bij het echtpaar Lambertus en Marie Verhoef-de Looper, Beekstraat 48A te Elburg. Marie is de tweede vrouw van Lambertus en directrice van het Elburgse noodhospitaal.

Siena is de vierde onderduiker bij Verhoef. In 1943 is Dik de Looper, broer van Marie, bij hen ondergedoken, in oktober 1944 de Engelse legerpredikant George A.F. Pare en begin januari 1945 Henk Verhoef, zoon van Lambertus.

Siena Heilbron is, samen met haar zuster en zwager, in 1943 ondergedoken bij Jan Spronk aan de Vierhuizenweg in Oldebroek. Haar man Jacques is in 1942 opgepakt en gedeporteerd en haar dochtertje Fia is naar een weeshuis bij Venlo gebracht. Op 15 december is er een razzia bij Jan Spronk. Siena en de andere onderduikers ontsnappen en duiken daarna onder bij Johannes Vaessen aan de Bovendwarsweg in Oldebroek. Na twee weken duikt Siena onder in Elburg bij de familie Pruis aan de Beekstraat. Half januari duikt ze als huishoudster bij de familie Verhoef onder. Haar zus en zwager zijn ondergedoken bij de familie Hulst op Beekstraat 32.

Siena kan goed opschieten met George Pare. Ze vertelt hem uitvoerig over alle ellende die ze heeft meegemaakt. Hij luistert geduldig en schrijft ’s avonds in zijn dagboek: ‘… dit arme ras heeft zonder twijfel het ergst te lijden van de Hitlertirannie.’

Het is niet altijd gemakkelijk om voor zes volwassenen een voedzame maaltijd klaar te maken. Siena gaat naar bevriende boeren in Oldebroek en vraagt of ze nog wat van hun oogst kunnen missen. Met succes: ze komt terug met een flinke hoeveelheid aardappelen.

Op 13 februari 1945 doet de Apeldoornse Sicherheitspolizei een inval op Huize Old Putten. Een aantal mensen wordt gevangen genomen en een jonge vrouw doodgeschoten. Een van de gevangenen is Eddy Kiel, een koerierster van de koeriers- en inlichtingendienst Rolls Royce. Ze wordt bij haar verhoor ernstig gemarteld en geeft namen en adressen prijs. Diezelfde dag volgen er arrestaties. Ook de naam van Veening, de onderbuurman van Verhoef, is genoemd. Op 28 februari valt de Sicherheitspolizei het pand Beekstraat 48 binnen. Ook de woning van Verhoef wordt doorzocht. Siena moet haar persoonsbewijs laten zien. De Duitser heeft niet in de gaten dat het vals is. Ze neemt daarna het zekere voor het onzekere en vertrekt onmiddellijk uit de woning. Ze krijgt een nieuw onderduikadres in Overijssel.

Bij de bevrijding van Elburg verblijft Siena bij de familie Pruis aan de Beekstraat. Wanneer ze daar opnieuw is ondergedoken, is (nog) niet achterhaald.

Haar dochtertje Fia overleeft de oorlog ook. Jacques Heilbron is op 9 april 1943 vermoord in Sobibor.

Bronnen:

• Visser, A.(red.), ‘De jaren 1939-1945’ in: Oldebroek in Oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1995)
• Waard-Ruijs, Bep, Wanneer komt de bevrijding? Oudheidkundige Vereniging Arent thoe Boecop te Elburg, uitgave nummer 101. (Wezep 2015)
• Centraal Registratiebureau voor Joden, supplement A2, Collectie United Holocaust Memorial Museum (Dutch Survivor Lists) te Washington