Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Elburg – Ellestraat 30 – W.S. Deetman

In november 1944 duikt de 12-jarige Betje Härtz uit Harderwijk onder bij Willem en Mies Deetman-Veldhoen, Ellstraat 30 te Elburg.

Betje Härtz is met haar ouders, zus en broertje begin 1943 ondergedoken in een zomerhuisje in de tuin bij het echtpaar Bakker aan de Albertlaan in Nunspeet. Na zes weken verhuist de familie Härz met het zomerhuisje naar de bossen aan de Pas-opweg bij Vierhouten. Enige weken later wordt het huisje verplaatst naar de overkant van de weg en gaat het deel uitmaken van Het Verscholen Dorp.

Op 29 oktober 1944 wordt het geheime dorp ontdekt. De familie Härz vlucht samen met de familie De Boer weg en ze verschuilen zich verderop in het bos. De volgende dag worden ze opgehaald en krijgen ze onderdak in een grote legertent bij de familie Von Baumhauer in Vierhouten. Daarna worden de Härzen en de andere vluchtelingen via allerlei sluipwegen en met behulp van meerdere verzetsgroepen elders ondergebracht. Deze actie staat bekend als Operatie Rode Pimpernel, naar de beroemde avonturenroman van barones Emma Orczy.

Vader en moeder Härz en hun zoontje Hartog, die bij de ontsnapping een flinke longontsteking heeft opgelopen, gaan naar Zwolle. Betje en haar zus Jetje naar Elburg. Jetje duikt onder bij de familie Hulst, Noorderwalstraat 3. De zusjes gaan regelmatig bij elkaar op bezoek. De familie Härz overleeft de oorlog.

Bronnen:

  • Arent thoe Boecop: uitgave 59, december 1995 Oorlogsherinneringen uit Elburg (Wezep 1995)
  • Visser, A., Het verscholen dorp. Verzet en onderduikers op de Veluwe (Wezep 1985)
  • Thijssen, J., Het verscholen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Amsterdam 2020)