Het echtpaar Isaac en Anna de Boer-Sarfatij uit Amsterdam duikt eind oktober 1944 onder bij slager Piet van Zoeren, Beekstraat 18 te Elburg. Anna is de tweede vrouw van Isaac. Ze zijn in 1939 getrouwd.

Isaac en Anna zijn eerst met dochter, zoon, schoondochter en kleinkind ondergedoken in het pension van Gerrit Karsten aan de Pas-Opweg in Nunspeet en vervolgens in een zomerhuis in Epe. Dat adres wordt verraden en de familie De Boer duikt daarna onder in een tent op het erf van Gerrit Karsten en vervolgens in Het Verscholen dorp bij Vierhouten. Op 29 oktober 1944 wordt dit geheime dorp ontdekt. Isaac en Anna vluchten weg en krijgen onderdak in een grote legertent bij de familie Von Baumhauer in Vierhouten. Isaac en Anna duiken daarna onder bij Piet van Zoeren in Elburg. Waar hun zoon Max, zijn vrouw en kind onderduiken is niet bekend. Dochter Jetty is ook in Elburg ondergedoken, bij de familie Deetman, Westerwalstraat 18.

Anna de Boer helpt mevrouw van Zoeren in de huishouding en verstelt kapotte kledingstukken. Van Zoeren heeft, om de kachel te laten branden, een perceel bomen op De Haere gekocht en laten kappen. De Duitsers hebben de bomen in beslag genomen en naar de haven van Elburg vervoerd. Piet laat het er niet bij zitten. Samen met Isaac gaat hij ’s avond naar de haven en neemt zijn eigendommen mee naar huis. Isaac hakt vervolgens de bomen in mootjes.

Anna en Isaac de Boer overleven de oorlog in Elburg. Hun kinderen en kleinkind overleven de oorlog ook.

Bronnen:

• Thijssen, Jeroen, Het verscholen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Nieuw-Amsterdam 2020)
• Visser, A. Het verscholen dorp. Verzet en onderduikers op de Veluwe (Wezep 1984)
• Arent thoe Boecop: uitgave 59, december 1995 Oorlogsherinneringen uit Elburg (Wezep 1995)
• Website Nederlandse kring voor joodse genealogie: Oorlogsjaren – door Ze’ev Bar. zj