Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Elburg – Beekstraat 19 – H. van Leijen

Eind oktober 1944 duikt de vijfjarige Herman Löwenberg uit Amsterdam onder bij Hendrik en Nel van Leijen-Land op Beekstraat 19 te Elburg.

Herman is in 1944 ondergedoken in Lemele. Hij wordt opgepakt en belandt in een kindertehuis in Ommen. Daar haalt verzetsman Dionysius Bakker uit Nunspeet hem op en brengt hem per fiets naar Het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten. Herman raakt bevriend met de zestienjarige Leni Duyzend. Beiden zijn zonder ouders in het kamp. Leni is daarvoor ondergedoken in Kamperveen en Oosterwolde.

In de loop van oktober 1944 wordt het in de bossen rond Vierhouten onveiliger. Er verblijven na het mislukken van Operatie Market Garden veel Duitse soldaten op de Veluwe. Ze hebben de opdracht ontsnapte geallieerde militairen gevangen te nemen en verzetsgroepen uit te roeien. De leiding van het Het Verscholen Dorp maakt plannen de onderduikers elders onder te brengen. Op 26 oktober worden alle negen geallieerde militairen die in het dorp zijn ondergedoken per fiets naar het Rijkswerkkamp op ’t Harde gebracht. Net op tijd: op 29 oktober wordt Het Verscholen Dorp door SS’ers ontdekt. Meerdere bronnen melden dat diezelfde dag dat de geallieerden zijn weggehaald ook twee kinderen die zonder ouders in het dorp verblijven naar een ander onderduikadres zijn gebracht. Die kinderen zijn waarschijnlijk Leni Duyzend en Herman Löwenberg, want Leni vertelt in 2008 dat zij eind oktober 1944 ‘omdat het niet meer veilig was’ samen met Herman per fiets naar Elburg is gebracht. Uit deze mededeling kan geconcludeerd worden dat beiden de ontdekking van het dorp op 29 oktober niet meer hebben meegemaakt.

Herman Löwenberg vertelt in 1990 in een interview dat hij op 29 oktober nog in Het Verscholen Dorp was en na de ontdekking samen met andere bewoners in de richting van Vierhouten is gevlucht. Daar is hij door de familie Von Baumhauer opgevangen en heeft hij de nacht doorgebracht in een legertent. De volgende morgen is hij door verzetsvrouw tante Cor Bakker per fiets naar Elburg gebracht. Er is echter nog een andere versie: Herman heeft zich na de ontdekking van het dorp een nacht en een dag in een boom verstopt. Tante Cor heeft hem gevonden en vervolgens naar de familie Von Baumhauer gebracht. Enkele dagen later is hij door tante Cor naar Elburg is gebracht. Eerst duikt hij onder bij de familie Schreurs, daarna bij de familie Van Leijen

Hoe het ook zij, Herman is eind oktober bij de familie Van Leijen in Elburg. Dochter Hennie: ‘We waren net aan het eten toen Herman door de ondergrondse werd binnen gebracht. Onder zijn arm koesterde hij dat onafscheidelijke kippetje van Koeshma de Rus (ook ondergedoken in Het Verscholen Dorp). Herman was zeer opgewonden. Hij had het over brandgangen en noemde wat namen. Hij was behoorlijk in de war.’ Herman mist Leni Duyzend en omdat hij weet dat zij ook ergens in Elburg is ondergedoken, vraagt hij aan Van Leijen of Leni ook bij hen mag onderduiken. Van Leijen vindt dat goed en zo komt Leni ook naar de Beekstraat.

Leni en Herman hebben het goed bij de familie Van Leijen. Herman speelt overdag vaak op straat. Leni mag alleen ’s avonds als het donker is naar buiten. Van Leijen is schoenmaker en er komt regelmatig een Duitser in zijn werkplaats. Op een dag brengt hij een herdershond mee. Leni ziet hem aankomen en verstopt zich snel in een kast. De Duitser demonstreert hoe zijn hond onderduikers kan opsporen. De familie Van Leijen wacht in doodsangst af wat er gaat gebeuren. Mevrouw Van Leijen staat voor de kast waar Leni in zit. Gelukkig loopt het goed af. Leni wordt niet ontdekt.

Op 19 april 1945 wordt Elburg bevrijd. Leni en Herman zijn dolgelukkig. Herman rent de straat op en roept tegen ieder die het maar horen wil: ‘Ik ben een jood, ik ben een jood’.

Langs het huis van de familie Van Leijen loopt die dag een aantal gevangengenomen Duitsers. Een van hen heeft dorst en vraagt aan Nel van Leijen wat te drinken. Leni gaat een glas water halen. Tegen de Duitser zegt Nel: ‘Jij krijgt water van een Jodin’.

Bronnen:

  • Norel, Willem van, Joods leven in Elburg (Wezep 2014)
  • Thijssen, Jeroen, Het verscholen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Amsterdam 2020)
  • Visser, A. Onderduikers op de Veluwe (Over)leven in oorlogstijd (Wezep 1990)
  • Website Nederlandse kring voor joodse genealogie: Oorlogsjaren – door Ze’ev Bar. zj