Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Van talliet tot -tas

De talliet (ofwel gebedskleed of -mantel) had oorspronkelijk meer weg van een mantel dan de tegenwoordige sjaal. Deze ‘mantel’ omhulde het hele lichaam, zodat de gelovige als het ware omhuld werd door het jodendom. Momenteel zijn in Museum Sjoel Elburg tallieten en talliettassen te zien, gemaakt door kunstenares Jet Naftaniel-Joëls.

Een talliet is een rechthoekige geweven wollen of zijden omslagdoek, met langs de lange zijden zwarte of donkerblauwe strepen en vier verstevigde hoeken, waarop kwastjes met draden: tsietsiet (schouwdraden). Bij de Bar Mitswa is het de gewoonte dat joodse vaders hun dertienjarige zonen een talliet schenken. Vanaf die dag zal de gelovige jongeman zijn gebedssjaal elke morgen omslaan voor het ochtendgebed. Alléén op Jom Kippoer (Grote Verzoendag) wordt de sjaal de hele dag gedragen. De talliet wordt ook gedragen in de synagoge, bij het ochtendgebed. De voorzanger draagt hem bij alle gebeden. Gewoonlijk wordt hij over de schouders gedragen. Aan twee hoeken van de gebedsmantel kan een tallietklem bevestigd worden zodat deze niet van de schouders glijdt.

Tsietsiet

De tsietsiet kunnen bevestigd zijn aan een rechthoekig onderkleed, het talliet katan of klein gebedskleed, dat ook door jongetjes gedragen wordt. De tsietsiet vormen de kern van het gebod: “Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de zoom van hun kleren kwastjes moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Heer, zodat jullie die naleven en Mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen. Ze zullen jullie helpen om aan al Mijn geboden te denken en die na te leven en jullie God toegewijd te blijven.” (Numeri 15:38-39, NBV) Omdat niet meer bekend is hoe de blauwpurperen draad gemaakt werd, zijn de kwastjes nu wit. Door het gebedskleed om te slaan, omhult men zich als het ware met het jodendom.

Voorschriften
In Museum Sjoel Elburg zijn momenteel tallieten en talliettassen te zien van kunstenares Jet Naftaniel-Joëls. Zij studeerde vrije grafiek en portretschilderen aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Sinds 1986 legt ze zich met name toe op het maken van ceremoniële objecten van textiel en fibers. Het beoefenen van de textiele kunsten ziet zij vooral als een uiting van haar joodse identiteit, bekeken vanuit het perspectief van de hedendaagse joodse vrouw. Ceremoniële voorwerpen moeten volgens de joodse voorschriften (halacha) gemaakt zijn - Jet Naftaniel-Joëls werkt ook volgens de halacha, maar zoekt daarbij wel de grenzen van het maximaal toelaatbare op. Zo is zij behalve conventionele materialen zoals zijde en katoen steeds meer experimentele materialen gaan gebruiken: plastics, kunstrubber, glas, vruchtenschillen en pluis uit de wasdroger.

Rol van de vrouw
Een belangrijk aspect voor Jet Naftaniel-Joëls is de rol van de vrouw in het jodendom. Ze ontwerpt graag voor vrouwen, zoals te zien is in de gebedsmantels (tallitot). Door de twee kanten van de talliet onder de arm samen te voegen, ontstaat een elegante en praktische talliet voor vrouwen, die bovendien ook nog als een jasje gedragen kan worden. Op de tentoonstelling “Judaica² - ceremoniële objecten van Jet Naftaniel-Joëls en Piet Cohen”, tot en met 8 januari 2022 in ons museum te zien, hangt een talliet die de kunstenares in 2014 maakte voor rabbijn Marianne van Praag. Het materiaal is: zijde, katoen, wol en viscose.

Tassen
Om de gebedsmantel in op te bergen, wordt vaak een talliettas gebruikt. Het is een geliefd, persoonlijk geschenk. In het verleden werd de tas vaak met de hand gemaakt en geborduurd. In Museum Sjoel Elburg zijn verschillende talliettassen te zien, onder meer twee talliettassen die gemaakt werden voor Marianne van Praag: een smalle en een brede.