Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Uitstapje Enschede-Glane; klooster Mor Ephrem

In verband met het vijftienjarig bestaan van Museum Sjoel Elburg was dit de tweede excursie waar we als vrijwilligers van de Sjoel op konden inschrijven. De eerste ging naar de synagoge in Groningen, de tweede naar de synagoge in Enschede met het klooster Mor Ephrem. In deze aflevering: het klooster.

Na de lunch in de synagoge van Enschede togen we naar het klooster Sint Ephrem de Syriër in Glane. Dit klooster in Glane, vlakbij Enschede, is genoemd naar de Syrische heilige Ephrem (306-373). Hij heeft de Syrische liturgie verrijkt met zang en hymnen en wordt wel ‘de harp van de Heilige Geest’ genoemd. Pater Sait Sakici gaf ons in de kleine kerkzaal een uitleg over de Syrisch-Orthodoxe Kerk.

Aramese taal
De Syrisch-orthodoxen, oftewel de Suryoye, zijn taalkundig verbonden met de Arameeërs, die uit Mesopotamië afkomstig zijn; ze zijn van Semitische oorsprong. Het begrip ‘Syrisch’ slaat niet op de huidige Arabische Republiek Syrië, maar het verwijst naar de christenen die de Syrische taal in hun kerk-liturgieën gebruiken of spreken. Het woord ‘Syrisch’ slaat dus op de Syrische taal, het Aramese dialect van Edessa (het huidige Urfa in Zuidoost-Turkije. Het begrip ‘Syrisch-Orthodox’ is een religieuze aanduiding. Het Aramees zou de taal geweest zijn die Jezus Christus sprak.

Diaspora
De Suryoye zien zichzelf als afstammelingen van Assur en Aram, de zonen van Sem, die de zoon van Abraham was. Zij beschouwen zichzelf daarmee als afstammelingen van zowel de Assyriërs als de Arameeërs. In hun oorspronkelijk cultuurgebied beleefden de Suryoye tussen de vierde en de zevende eeuw een periode van grote bloei, maar islamisering en arabisering maakten daar een eind aan. Er volgden vele eeuwen van onderdrukking en geweld. Door conflicten in Turkije in 1915-1916, de jaren zestig en opnieuw in de jaren negentig van de vorige eeuw, alsmede in Syrië en Libanon in de jaren tachtig van de vorige eeuw moesten de Suryoye hun land verlaten en werden zij een diasporagemeenschap, die over vele delen van de wereld is verspreid. In Nederland wonen circa 25.000 Suryoye, merendeels in Twente, c.q. Enschede, en voor een kleiner deel in Amsterdam.

Antiochië
De geschiedenis van de Syrisch-Orthodoxe Kerk gaat terug tot de kerk van Antiochië, de eerste grote christelijke gemeenschap buiten Palestina. In het Bijbelboek Handelingen wordt vermeld dat in Antiochië de discipelen voor het eerst christenen werden genoemd (Handelingen 11:26). Deze stad, het huidige Antakya in Zuid-Turkije, is één van de grootste christelijke centra in de Oudheid geweest. Vanuit Antiochië verspreidde het christendom zich over heel Klein-Azië en Mesopotamië. Als oprichters van de Syrisch-Orthodoxe Kerk worden genoemd Petrus, Paulus en Barnabas. Volgens de traditie wordt Petrus officieel in 37 n. Chr. als de eerste bisschop erkend en tegelijkertijd Patriarch van de Syrisch-Orthodoxe Kerk genoemd. Petrus verplaatste zijn ‘apostolische stoel’ later naar Rome, waar hij nog altijd gevestigd is. Toen andere volkeren zich tot het christelijk geloof bekeerden, namen ze de naam ‘Syriërs’ over als aanduiding voor ‘christenen’.

Schisma
Het concilie van Chalcedon in 451 leidde tot een schisma tussen de West-Syrische kerkgemeenschap en de Byzantijnse (en overige) Kerk. Chalcedon deed uitspraak omtrent de ‘tweenaturenleer’ van Christus. De kerk van Antiochië kon zich niet vinden in deze formulering. Zonder het Godmenselijke karakter van Christus op te geven, hielden zij vast aan de eenheid van Christus, ook in zijn natuur. Door hun tegenstanders werden zij daarom ‘monofysieten’ (aanhangers van de ene natuur van Christus) genoemd. Deze afscheiding ligt aan de basis van het ontstaan van de Syrisch-Orthodoxe kerk.

Orthodox
De term ‘orthodox’ (of letterlijk ‘juiste lofprijzing’ in het Syrisch) werd toegevoegd achter ‘Syrisch’. De kerk beschouwde zich immers onterecht veroordeeld na het concilie van Chalcedon nu zij als monofysieten werden gezien. De term impliceert dan ook dat de Syrisch-Orthodoxe Kerk de enige voortzetting is van de oorspronkelijke kerk van Antiochië. Tot het jaar 518 bleef het patriarchaat in Antiochië. Daarna werd het naar verschillende kloosters verplaatst. Sinds 1959 is het gevestigd in Damascus. De huidige patriarch, Moran Mor Ignatius Aphrem II, is sinds 2013 de 123e patriarch en opvolger van Petrus op de stoel van Antiochië. De kerk beschouwt zichzelf nog steeds als de eerste, heilige, universele en apostolische kerk van het christendom.

Liturgie
Karakteristiek voor de liturgie van de Syrisch-Orthodoxen, in de Syrische taal dus, is het grote aantal zogenaamde anafora (eucharistische gebeden); meer dan zeventig. Heden ten dage beperkt men zich, over het algemeen, tot twee anafora tijdens een viering. De hymnen, die de kerk tot vandaag nog gebruikt, zijn afkomstig van de heilige St. Efrem de Syriër waar het door ons bezocht klooster naar is genoemd. In tegenstelling tot de meeste andere orthodoxe kerken, bevindt zich in de Syrisch-Orthodoxe kerk geen iconostase, maar een gordijn dat het altaar scheidt van de gewone gelovigen. Opvallend is ook het aantal vastenperiodes. Men vast streng en onthoudt zich normaliter op woensdag en vrijdag van dierlijk voedsel (met uitzondering van vis).

In Nederland
De eerste Syrisch-Orthodoxe vluchtelingen kwamen in 1975 naar Nederland. In 1977 waren er ongeveer honderd gezinnen in Hengelo. In dat jaar werd het nieuwe Syrisch-Orthodoxe bisdom van Midden-Europa gevormd met haar hoofdkwartier in Nederland. Dat bisdom kocht in 1981 het St. Olaf-klooster van de Rooms-Katholieke Kerk. In 1984 werd het klooster ingewijd tot zetel van het aartsbisdom van Midden-Europa en werd het vernoemd naar Sint Ephrem de Syriër.

Tekst: Teun Breen (met dank aan diverse websites en de folders van synagoge en klooster)