In de zomer van 1943 duikt de 4-jarige Lineke (Lini Yvonne) Gazan uit Amstelveen onder bij Hendrik en Grietje Stouwdam-van de Streek op Zuiderzeestraatweg 345 te Oldebroek.
Hendrik heeft op dat moment al een zware gevangenschap achter de rug. Eind 1942 is hij door de Duitsers gearresteerd omdat hij illegaal een koe had geslacht. Het vlees was bestemd voor families die onderduikers opgenomen hadden. Hendrik was verraden. Hij werd eerst opgesloten in een cel in het gemeentehuis van Oldebroek, daarna werd hij overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, vervolgens naar kamp Amersfoort en ten slotte naar kamp Vught. Daar verrichtte hij dwangarbeid en kreeg nauwelijks te eten. In januari 1943 werd hij
overgebracht naar kamp Amersfoort en vervolgens vrijgelaten. Zijn vrouw Grietje vertelde later: ‘Ik vergeet nooit hoe hij er aan toe was. Alsof ik botjes aan mijn arm had.’
Een half jaar na Hendriks vrijlating komt het verzet met de vraag: willen jullie onderduikers in huis nemen? Hendrik en Grietje besluiten ‘ja’ te zeggen: ze zien het als hun christelijke plicht om hulp te bieden aan mensen in nood.
Lineke wordt in hun trouwboekje ingeschreven als hun eigen kind. Linekes ouders, Benjamin Gazan en Lini Sientje Gotlieb, zijn in Arnhem ondergedoken. Haar zusjes Maud, Bep en Els en haar broer Dolf in de omgeving van Varsseveld. Haar in december 1942 geboren broertje Ben is in Arnhem geboren en ter adoptie afgestaan.
Bij de familie Stouwdam is kort voor de komst van Lieneke ook Jo van de Vegt uit Utrecht ondergedoken omdat hij weigert voor de Duitsers te werken.
Er zijn meerdere malen razzia’s aan de Zuiderzeestraatweg. Lineke en Jo verstoppen zich dan in een schuilplek op zolder. Ze worden niet gevonden. Als de Stouwdams
op een dag opnieuw door het verzet worden gewaarschuwd voor een razzia wordt Lineke door dochter Grietje Stouwdam per fiets naar familie in Wapenveld gebracht. Na enkele dagen is de kust weer veilig en wordt ze opgehaald.
Lineke overleeft de oorlog in Oldebroek. Vader Benjamin Gazan is op 11 maart 1944 op zijn onderduikadres in Arnhem overleden aan een nierziekte. Haar 17-jarige broer Dolf is opgepakt en op 3 september 1944 vermoord in kamp Mauthausen. Moeder Lina Gazan-Gotlieb, haar zusjes Maud, Noortje, Bep, Els en haar broertje Ben overleven de oorlog.
Lineke verblijft na de oorlog vaak bij de Stouwdams en bezoekt dan de lagere school op ’t Loo.
Bronnen:
- Familie uitgave: De geschiedenis van Hendrik Stouwdam en Grietje van de Streek
- C. Vaessen-Stouwdam