Dinsdag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend

Oldebroek – Veenweg 31 – W. Dekker

Het echtpaar Arend en Wil Meijers-de Kadt uit Voorburg duikt met hun dochter Suzelien, zoontje Johnny en pleegdochter Sonja Zelewicz in de zomer van 1943 onder bij Willem Dekker en Grietje Dekker-van Loo, Veenweg 31 te Oldebroek. Ze zijn eerst ondergedoken bij de familie H. van Putten, Zuiderzeestraatweg 159 te Oldebroek. De drie kinderen zijn overdag bij de familie Vierhuizen, die in de buurt woont. ’s Nachts slapen ze bij de Dekkers.

Arend Meijers wil graag een onderkomen voor zichzelf en als hij hoort dat in het bos aan de Bovendwarsweg door Jan van Zalk een hut wordt gebouwd voor de families Weijel en Noach, vraagt hij hem om ook een hut voor zijn gezin te bouwen. Hij heeft wel wat wensen: graag met houten bekleding en met een houten vloer. Jan en Arend komen tot overeenstemming en enkele weken later vertrekt de familie Meijers naar de hut.

Vanaf eind 1943 komen er nieuwe joodse onderduikers bij de Dekkers: eerst de uit Arnhem afkomstige Elise Nathans-Cohen, daarna de Amsterdamse Suze de Vries-Nijkerk en vervolgens ook Simon Nathans, de echtgenoot van Elise. Henri de Vries, de echtgenoot van Suze is ondergedoken bij de familie Bosch op Bovenheigraaf 95 in Oldebroek.

Simon Nathans werkte als chemicus bij een verffabriek in Arnhem. Op 29 mei 1942 is hij ontslagen omdat hij jood is. Hij besluit om met zijn gezin onder te duiken. Simon en zijn vrouw Elise duiken onder in Zwolle, bij hun vroegere buren, de familie Hennevanger. Hun 4-jarig zoontje Max wordt opgenomen op de boerderij bij de familie Den Hartog in Zetten.
Elise is zwanger van haar tweede kind en bevalt op 6 februari 1943 van zoon Lex. De buren van de Hennemans horen regelmatig een baby huilen en zijn nieuwsgierig geworden. Vanwege het gevaar van ontdekking valt het besluit dat er nieuwe onderduikadressen gezocht moeten worden.
Simon vertrekt naar Lieuwe Flisijn en Catharina Flisijn-Visscher in Zwollekerspel. Elise en de baby gaan naar Andijk, naar Marie Schuurmans-Gutter, een weduwe met twaalf kinderen. De bedoeling is dat Elise enkele weken blijft, maar het wordt ruim een half jaar. Vanwege ruimteproblemen moet ze dan toch vertrekken. Lex blijft bij Marie, onder de naam Dikkie Duinroos uit Rotterdam.
Voor Elise wordt een nieuw onderduikadres gevonden in Oldebroek, bij de familie Dekker aan de Veenweg. Daar krijgt enige tijd later ook Suze de Vries-Nijkerk een veilig onderkomen. Simon verblijft dan nog in Zwolle en komt een paar keer met Lieuwe Flisijn op de fiets bij Elise op bezoek. Het is altijd weer spannend om de IJsselbrug te passeren, want daar wordt iedereen gecontroleerd. Zijn valse persoonsbewijs wordt geaccepteerd. Onder tussen is Catharina Flisijn zwanger van haar vierde kind. Aan het verzet wordt gevraagd of Simon geruild kan worden voor een joodse vrouw, die na de bevalling Catharina kan helpen in de huishouding. Dat lukt: voor Jeanne Blitz, die ondergedoken is bij weduwe Grietje van de Linde-Flier in Oldebroek, wordt met spoed een nieuw onderduikadres gezocht omdat het adres niet meer veilig is. Zij is welkom bij de Flisijns. Simon Nathans vertrekt naar het onderduikadres van zijn vrouw. Catharina bevalt eind juli 1944 van zoon Lieuwe.

Bij Willem en Grietje Dekker en hun twee zonen is het inmiddels een volle bedoening. Ze hebben nu drie onderduikers en Grietje is zwanger van haar derde kind. Ook Elise wordt opnieuw zwanger. Grietje bevalt op 11 oktober 1944 in Kampen van zoontje Willem. Zeven dagen later overlijdt zij. Elise bevalt op 27 januari 1945 op haar onderduikadres van zoontje Abraham (Bram). Ze geeft vanaf dat moment beide baby’s borstvoeding. Elise, Nathan, Bram en Suze overleven de oorlog in Oldebroek. Ook de zoontjes Max en Lex overleven de oorlog op hun onderduikadres. Henri de Vries, de echtgenoot van Suze, overleeft ook de oorlog in Oldebroek.

Abraham Nathans wordt op 6 juni 1945 ingeschreven bij de burgerlijke stand van Oldebroek. In de jaren zestig vertrekt eerst Max naar Israël, later volgen Lex en Bram. In de jaren negentig komen ook Simon en Elise.
De familie Nathans vraagt voor al hun onderduikgevers de Yad Vashem-onderscheiding aan.

Bronnen:
- Centraal Registratiebureau voor Joden, Collectie United Holocaust Memorial Museum (Dutch Survivor Lists) te Washington (USA)
- Oudheidkundige vereniging De Broeklanden: Uut ’t Oldebroeck, april 2019
- Yad Vashem, The World Holocaust Remembrance Center, Jeruzalem in Israël
- Visser, A. (red.), ‘Contacten met de L.O. te Oldebroek’ en ‘Belevenissen met onderduikers’ in: Oldebroek in oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1995)


Wil en Arend Meijers

 


De ouders van Elise Nathans-Cohen, Simon en Mietje Cohen-Nihom, vieren in oktober 1941 hun 40-jarig huwelijk. Simon Nathans, tweede links op de bovenste rij, Elise Nathans, tweede links middelste rij. Zij heeft haar handen op haar oudste zoontje Max.
Simon en Mietje Cohen-Nihom worden een jaar later vermoord in Auschwitz. Slechts zes personen op deze foto overleven de oorlog. Collectie Max Nathans, Israël.

 


Grietje Dekker-van Loo en Willem Dekker en hun kinderen Arie en Hendrik in 1943. Collectie Yas Vashem, Israël

 


De boerderij van de familie Dekker aan de Veenweg in Oldebroek in 1945. Collectie Yad Vashem, Israël