In mei 1943 duiken de Amsterdammers Jacques en Annie Bromet-Nabarro onder bij de familie A. van de Kruisweg op Zuiderzeestraatweg 205 in Oldebroek. Jacques is eigenaar van een verbandstoffenfabriek op Keizersgracht 695. Hun dochtertje Bertha is ondergedoken bij Helmich Flier op Mulligenweg 13, samen met Blanche, een zus van Annie, en haar dochtertje Rachel. Enige tijd later duikt Bertha onder bij de familie van Essen in Oostendorp.
Bij de familie Van de Kruisweg verblijven nog drie joodse onderduikers.
Tijdens een razzia in augustus 1943 worden Jacques en Annie en hun drie mede-onderduikers gearresteerd door de Grüne Polizei. Ook worden twee joden die ondergedoken zijn bij Herman van Ommen, Bovenheigraaf 34, opgepakt. Ze worden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Arnhem.
Annie vertelt later: ‘Ze wilden weten waar mijn dochter Bertha was. Ik zei dat ik dat niet wist en al zou ik dat geweten hebben dan had ik dat uiteraard nog niet gezegd’. Vanuit Arnhem worden Annie en Jacques naar Westerbork gebracht en op 8 februari 1944 gedeporteerd naar Auschwitz. Jacques is op 30 juni vermoord. Annie wordt in 1945 gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Dat kamp overleeft zij.
Annie: ‘Ik wil eigenlijk niet meer over deze periode praten. Alles komt dan weer boven. Ik heb dit alles nog niet verwerkt en zal het ook nooit verwerken. Je hebt er geen idee van hoe verschrikkelijk het was. Dat kun je aan niemand vertellen. Er werden mensen doodgeslagen omdat ze een kruimeltje brood van de grond raapten. Baby’s werden in de lucht gegooid en op een bajonet opgevangen. Mensen werden zonder vorm van proces doodgeknuppeld, doodgeschopt, doodgeschoten en vergast. Echt… ‘k wil er niet meer over vertellen genoeg zo. Ik weet nu al dat ik er nachten van wakker lig. Het was zo verschrikkelijk, zo beestachtig. Waarom toch. Alleen omdat we jood waren. Omdat mensen nog erger waren dan beesten. Ik heb het overleefd. Dat is een groot wonder.’
Na haar bevrijding verblijft Annie eerst in een noodhospitaal. Na enkele maanden reist ze naar de familie Flier in Oldebroek. Daar ziet ze Bertha terug.
De verbandstoffenfabriek van Jacques is in 1943 overgenomen door zijn broer Ben Bromet. In het souterrain vergaderen de Vrije Groepen Amsterdam, een federatie van verzetsgroepen die zich toeleggen op het onderbrengen en verzorgen van joodse onderduikers. Ben Bromet levert verbandstoffen en farmaceutische producten aan het verzet.
Na de oorlog eist Annie het bedrijf van haar man met succes op. Tot groot ongenoegen van haar zwager. Er ontstaat verwijdering tussen Annie en de Bromets. Filmmaker Frans Bromet, de zoon van Ben, gaat op onderzoek uit en maakt in 2015 een documentaire over deze familievete voor het tv-programma 2Doc, getiteld: ‘Welkom thuis’.
Bronnen:
- Visser, A. (red.), ‘In ’t hol bij de familie Flier’ en ‘Waarom verborgen we onderduikers’ in: Oldebroek in oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen’ (Wezep 1995)
- Digitaal Joods Monument
- B. Dekker-Flier
Annie Bromet