Bij Aart en Riemke Klompmaker-Postma op Winterdijk 25 in Oosterwolde is in maart 1943 het joodse echtpaar Louis en Catharina Visser-Montanhes en hun dochter Dorothea ondergedoken.
Tijdens de razzia, die op 6 juli 1944 door foute politieagenten in Oosterwolde is gehouden, staat ook Klompmaker op het lijstje voor huiszoekingen. Wanneer de agenten aan omstanders vragen waar Klompmaker woont, sturen zij ze naar klompenmaker Marten van Boven, verderop aan de Winterdijk. Daar treffen ze geen joden aan. Als ze later bij het huis van Aart Klompmaker arriveren zijn de Vissers al in veiligheid gebracht.
Dorothea duikt, geholpen door verzetsman Henk Wielinga, in de zomer van 1944 onder in
Apeldoorn, bij Herman en Seina Kamp. Haar ouders zijn toen elders ondergedoken.
In 1979 heeft hun dochter Dorothea voor Aart en Riemke postuum de Yad Vashem onderscheiding aangevraagd.
Bron:
- Sneller, Dirkje en Aart Veldman, ‘Vechten om te leven’ in: Een open venster (Wezep 2004)
- Yad Vashem Database