Begin juni 1944 heeft Hendrik van de Streek, Hof ter Eekterweg 12, een probleem: hij heeft zeven onderduikers in huis en kan hen niet allemaal een fatsoenlijke slaapplek aanbieden. Buurman Aalt van Dorp, Hof ter Eekterweg 14, biedt uitkomst: Leni Duyzend mag bij hem onderduiken.
Leni is vijf weken bij de Van Dorps als er aan de Hof ter Eekterweg door Nederlandse politieagenten een razzia wordt gehouden. Ze wordt tijdig gewaarschuwd en vlucht het roggeveld in. Aalt van Dorp en zijn vrouw worden gearresteerd en met de andere arrestanten, joden en niet-joden, op de kar van woonwagenbewoner Lange Hannes richting Wezep gebracht. Bij de Kamperveense melkfabriek worden de arrestanten bevrijd door het verzet. Ze vluchten alle kanten op: de Van Dorps rennen richting de Bovenstraatweg. Met hulp van de politieagenten
Hertsenberg en Van Heerde worden Aalt en zijn vrouw naar een onderduikadres in Nijkerk gebracht.
Leni Duyzend blijft in het roggeveld, ze krijgt gezelschap van Molly, het hondje van de familie Van Dorp. Fietsenmaker Hendrik Heerdink op Winterdijk 2 brengt haar eten en drinken. De verzetsgroep Elburg wordt ingeschakeld en Hennie van Leeuwen brengt, samen met Jacob Deetman en Bertus Hup, Leni en de joodse familie Meijers, die ook bevrijd is bij de melkfabriek, met de wasserijauto naar Het Verscholen Dorp bij Vierhouten.
Bronnen:
- Visser, A. (red.), ‘Een razzia met grote gevolgen’ in: Oldebroek in Oorlogstijd. Schuilplaats voor vreemdelingen (Wezep 1995)
- Visser, A., Het Verscholen Dorp. Verzet en onderduikers op de Veluwe (Wezep 1984)