Eind oktober 1944 duikt Wil Meijers-de Kadt uit Voorburg met haar dochter Suzelien onder bij dominee Hendrik Boswinkel, Smedestraat 9 in Elburg
Wil is in 1943 met haar echtgenoot Arend, dochter Suzelien, zoontje Johnny en pleegdochter Sonja Zelewicz ondergedoken bij Hendrik van Putten aan de Zuiderzeestraatweg in Oldebroek. Daarna duiken ze onder bij de familie Dekker aan de Veenweg. De kinderen zijn overdag bij de familie Vierhuizen, die in de buurt woont. Vervolgens duikt de familie onder in een hut in het bos van de familie Pot aan de Bovendwarsweg. Tijdens de Pinksterdagen van 1944 duikt de familie Meijers onder bij Hendrik van de Streek aan de Hof ter Eekterweg in Oosterwolde. Pleegdochter Sonja duikt onder bij Hendrik Boeve aan de Zuiderzeestraatweg in Oldebroek. Op 7 juli 1944 duikt de familie onder in Het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten.
In augustus 1944 wordt Peter, een Duitse deserteur, naar het dorp gebracht. Hij is echter niet welkom. De bewoners weigeren hem in hun hut op te nemen. Wat nu? Wil Meijers gaat een praatje met hem te maken. Peter vertelt over zijn meisje in Nunspeet en zijn afschuw van de oorlog. Wil gelooft hem en besluit dat Peter bij hen mag wonen.
Op zondag 29 oktober wordt Het Verscholen Dorp ontdekt door SS’ers. Arend en Johnny worden gevangen genomen en samen met zes anderen op 31 oktober vermoord.
Wil Meijers en haar dochter Suzelien zijn weggevlucht. Wil heeft Hartog Speyer dringend gemaand om mee te gaan, maar dat weigert hij. Hartog is ernstig ziek en wil niet dat anderen zich voor hem opofferen. ‘Ik ben een oude man. Jullie hebben nog een leven voor de boeg,’ zou hij gezegd hebben.
Wil en Suzelien duiken daarna in Elburg onder in het gezin van Hendrik en Anje Boswinkel - Berg. Daar maken ze de bevrijding mee. Lang koesteren ze de hoop dat Arend en Johnny de oorlog overleefd hebben. Die hoop verdwijnt wanneer in oktober 1945 hun graven gevonden worden.
Op 16 november 1945 worden Arend en Johnny herbegraven op de algemene begraafplaats aan de Parkweg in Voorburg. Later worden ze herbegraven op het Nationaal Ereveld in Loenen. Vlak bij de plek waar ze vermoord zijn, zijn op 4 mei 1994 twee gedenkstenen onthuld ter nagedachtenis aan de acht vermoorde joden.
Bronnen:
- Norel, Willem van, Joods leven in Elburg (Wezep 2014)
- Thijssen, J., Het verscholen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944 (Amsterdam 2020)
- Pijkeren, Gerard van, Verzet & Gezag. Een geschiedenis van Oldebroek in de Tweede Wereldoorlog (2020)
Wil Meijers-De Kadt en echtgenoot Arend Samuel Meijers, 1940