In de herfst van 1942 duikt het echtpaar Leon en Roos Trompetter uit Amsterdam met hun dochter Lottie onder bij Edgar en Betsy Stevens-Wittenberg Beekstraat 20 te Elburg.
Edgar Stevens is in de oorlog lid van de Raad van Verzet in het Koninkrijk der Nederlanden (RVV). Het doel van de RVV is de coördinatie van daadwerkelijk verzet: stakingen, sabotage en gewapend verzet. In september 1944 wordt hij lid van de Binnenlandse Strijdkrachten.
De familie Trompetter is niet veilig in Elburg en Stevens zorgt voor een onderduikadres bij de familie Olthuis in Hulshorst. Ook daar wordt de situatie te gevaarlijk. De Trompetters duiken vervolgens onder bij Helmich van de Weg aan de Zuiderzeestraatweg in Oldebroek. Daar overleven ze de oorlog.
Bronnen:
- Arent thoe Boecop, uitgave 59, december 1995, Oorlogsherinneringen uit Elburg (Ermelo 1995)
- Nunspeets Nieuwsblad, 14 maart 1969: ‘Veluwse notities’ door Gé Wentzel JHzn
- Gurie Miccolis-van de Weg