Dit jaar herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog en vieren we dat we onze vrijheid terugkregen. Dat is nu tachtig jaar geleden. Met een expositie over kamp Westerbork willen we een brug slaan tussen verleden en heden, in een tijd waarin duidelijk is dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
De tentoonstelling ‘Westerbork Ι ver weg Ι dichtbij’ loopt van 10 februari tot en met 28 juni 2025. ‘Westerbork’ confronteert ons met onvrijheid, gevangenschap en deportatie. Westerbork lijkt misschien ver weg, maar is dichterbij dan we denken. Het ligt als het ware om de hoek van de geschiedenis en kan opeens weer realiteit het begon worden.
Stroom vluchtelingen
Na de Kristallnacht van 9 november 1938 kwam een stroom vluchtelingen op gang vanuit Duitsland. Veel Joden staken de grens over en zochten een veilig heenkomen in Nederland. Maar hier werden ze niet bepaald met open armen ontvangen. Koningin Wilhelmina zag een opvanglocatie nabij Paleis Het Loo al helemaal niet zitten.
Afgelegen
Uiteindelijk besloot de regering een centraal kamp te laten bouwen voor deze vluchtelingen. Het oog viel op Westerbork in Drenthe, afgelegen en ver van de bewoonde wereld. Medio 1939 werden daar, op de stille heide, in opdracht van de Nederlandse regering barakken neergezet. Geld voor de bouw moest overigens voor een groot deel opgehoest worden door de Joodse gemeenschap in Nederland. De eerste vluchtelingen arriveerden er in oktober van dat jaar.
Uitsluiting
Na de Duitse inval, mei 1940, voerde de bezetter stap voor stap zijn boze plannen uit. Joden behoorden volgens de nazi’s niet tot het zuivere ras en werden uitgesloten van de samenleving. Op het laatst restte hen niets anders dan een enkeltje Westerbork. Nadat ze langere of kortere tijd in de barakken van ‘het voorportaal van de hel’ verbleven, werden ze op de trein gezet om definitief te verdwijnen. In de jaren 1942-1945 werden 107.000 Joden, 245 Roma en Sinti en een aantal verzetsstrijders vanuit kamp Westerbork per trein gedeporteerd, van wie uiteindelijk 5.000 de Tweede Wereldoorlog hebben overleefd. In genoemde periode zijn er 93 transporten geweest naar de betreffende vernietigingskampen.
Perioden
Op de tentoonstelling ‘Westerbork Ι ver weg Ι dichtbij’ worden ook de minder bekende perioden van ‘Westerbork’ belicht. Centraal staat de ‘barak’, die herinnert aan de vele barakken van Westerbork, van waaruit al die duizenden op transport werden gesteld naar de vele kampen in het oosten. Ook de meeste Joodse inwoners van Elburg werden vanuit deze barakken gedeporteerd.
Leo Kok
Het werk van Joodse kunstenaar Leo Kok (1923-1945) brengt Westerbork scherp op het netvlies. Door zijn tekeningen weten we hoe het kamp er tijdens de oorlog uitzag en hoe mensen in de barakken leefden.
Jeltje Hoogenkamp
Jeltje Hoogenkamp (1946) verbeeldt in een reeks van 50 werken onder de titel ‘Ver Weg Dicht Bij’ het drama van de concentratiekampen. Zij maakte deze op basis van foto’s van Auschwitz-Birkenau uit een educatief project van een scholengemeenschap. Met verf, inkt, sjablonen en potlood veranderde zij de oorspronkelijke beelden in abstracte kunstwerken. Een kleine selectie van dit werk is hier te zien. De kunstenares wil met deze schilderijen de Holocaust onder de aandacht brengen van de generaties van nu en van de toekomst. ‘De geschiedenis van de Holocaust blijft een tijdloos onderwerp, de urgentie en actualiteit zijn adembenemend.’
Deze tentoonstelling wordt mede gerealiseerd door:
Provincie Gelderland, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, gemeente Elburg, Stichting Museumstad Elburg, Stichting Vicarieën Elburg, Vfonds, Joods Cultureel Kwartier, Mediamuseum Beeld en Geluid