In Museum Sjoel Elburg is van 12 juli tot en met 29 november 2025 de serie ‘Chassidische legenden’ te zien van de Groninger kunstenaar H.N. Werkman. De reeks is een beroemd werk van H.N. Werkman, die was geïnspireerd door ‘De legende van de Baalsjem’ van de Joodse godsdienstfilosoof Martin Buber.
Werkmans verbeeldingen van de optimistische Joodse wonderverhalen zijn ontroerend en intens. Het boek waarin Martin Buber de verhalen beschreef, greep Werkman diep aan. ‘Zo kan men zonder een reine ziel toch met heiligen verkeren’, zei hij nadat hij het boek had uitgelezen. Werkman verbeeldde in 1941-1943 deze Joodse vertellingen in twintig kleurrijke ‘suites’, zoals hij ze noemde.
Drukkerij
Hendrik Nicolaas Werkman werd in 1882 geboren in Leens. Zijn vader was Rijksveearts en stimuleerde de creativiteit van zijn drie zoons. Hendrik tekende konijnen en andere dieren op een lei en knipte veulentjes uit karton. Ook vond hij drukletters fascinerend. Hendrik verloor jong zijn vader en kwam met zijn moeder en broers in Groningen terecht. Op school wilde het niet zo vlotten; hij werd journalist en na zijn huwelijk met Jans Cremer begon hij een drukkerij. Aanvankelijk liep de zaak goed, maar na het overlijden van Jans in 1917 kreeg zijn bedrijf het steeds zwaarder te verduren.
De Ploeg
Werkmans tweede vrouw Nell Supheert stimuleerde hem om het tekenen en schilderen op te pakken. Hij sloot zich aan bij de in 1918 opgerichte Groninger schildersvereniging De Ploeg en maakte affiches, uitnodigingen en catalogi voor de vereniging. Meer en meer maakte de handelsdrukker in hem plaats voor de kunstenaar, wat voor hem een artistieke bevrijding was. Werkman ontwikkelde een heel eigen techniek om prenten te drukken. Hij rolde met een inktrolletje banen van kleur direct op het papier, of met de kant van de rol rafelige lijnen. Kleine scherpbegrensde vormen stempelde hij met de hand. De stempels waren letters, tekens en lijnen uit de zetkast. Met zijn avant-gardistische drukwerk verwierf Werkman al tijdens zijn leven bekendheid. Hij maakte honderden ‘druksels’, in uiteenlopende thema’s en steeds met nieuwe technieken.
Opschudden
De laatste jaren voor de oorlog wijdde hij zich aan de techniek van het papiersjabloon, waar een virtuoze vaardigheid voor nodig was om precies dat uit te drukken wat voor de geest zweeft. En Werkman wist altijd wat hij voor ogen had. ‘Het onderwerp meldt zichzelf en wordt nooit gezocht.’ Werkman heeft ook geschreven. Hij is de auteur van een klein aantal experimentele gedichten en poëtische prozastukken. Andere teksten zijn manifesten, die hij gebruikte om het culturele leven in Groningen op te schudden. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kwam Werkman in contact met Willem Sandberg, op dat moment hoofdconservator van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Sandberg schatte het werk van Werkman hoog in en verwierf veel werk van hem voor het Stedelijk Museum. Het was ook Sandberg die hem in 1939 zijn eerste solotentoonstelling bezorgde in Amsterdam.
De Blauwe Schuit
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam Werkman in contact met Adri Buning, August Henkels en Ate Zuithoff en onder de naam De Blauwe Schuit produceerde het viertal veertig uitgaven, waarvan Werkman het drukwerk en de illustraties verzorgde. Hoogtepunt van de reeks was de tweedelige uitgave Chassidische legenden (1941-1943). Ook maakte hij een groot aantal nieuwe druksels. De hoofdfiguren achter De Blauwe Schuit wilden met deze vorm van geestelijk verzet het publiek bemoedigen. De naam was ontleend aan het narrenschip, te zien op een schilderij van Jheronimus Bosch, dat ook wel De Blauwe Schuit wordt genoemd. Op 13 maart 1945 werd Werkman gearresteerd door de Sicherheitsdienst, mogelijk omdat hij ervan werd verdacht illegaal drukwerk te maken. Een deel van zijn werk werd in beslag genomen en opgeslagen in het hoofdkwartier van de SD (het Scholtenshuis). Op 10 april, samen met negen andere gevangenen, werd Werkman in Bakkeveen gefusilleerd. In oktober 1945 organiseerde Sandberg de eerste Werkman-tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. De naam van Hendrik Nicolaas Werkman zou voor altijd verbonden blijven met de kunst van het verzet, ook nu nog, tachtig jaar na de bevrijding.
-
- Oplageblad van Chassidische legenden: De weg terug, 1942, sjabloon en rol op papier.