Het joodse echtpaar Gesina Gans-Koopman (1905-1992) en Eli Gans (1903-1945) uit Amsterdam is in 1944 in Doornspijk ondergedoken. Gesina had een vals persoonsbewijs op naam van Gesina Akkerbaum. Hun kinderen Levie en Branco waren elders ondergedoken.
In augustus 1944 werd het echtpaar Gans-Koopman verraden en op 16 augustus gearresteerd door de SD (sicherheitsdienst). Op 17 augustus zijn ze naar kamp Westerbork gebracht. Ze worden daar ondergebracht in barak 67. Dit was een strafbarak voor opgepakte joodse onderduikers. Op 3 september 1944 worden Gesina en Levi op transport gesteld naar Auschwitz. Het is het laatste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz.
Gesina is na twee maanden vanuit Auschwitz naar het werkkamp Liebau overgebracht en is daar op 9 mei 1945 bevrijd. Eli is naar Dachau gebracht en daar op 11 april 1945 vermoord.
Gesina is, na een lange moeilijke voettocht, op 15 juni 1945 terug in Amsterdam. Haar zoon en dochter reizen vanuit het al eerder bevrijde Frankrijk ook terug naar huis.
Op 9 juli 1945 vraagt Gesina extra levensmiddelenbonnen aan om aan te sterken. Ze verklaart dat ze op 16 augustus 1944 is gearresteerd in Doornspijk. Een maand later verklaart ze op een vragenlijst van het Rode Kruis dat ze door de SD is gearresteerd in Elburg. Mogelijk dat Gesina en Eli na hun arrestatie in Doornspijk overgebracht zijn naar Elburg.
Op 1 juli 1963 vraagt Gesina bij de CADSU (Centraal Afwikkelingsbureau Duitse Schade Uitkeringen) een uitkering aan. Ze verklaart dan opnieuw dat ze in augustus 1944 gearresteerd is in Doornspijk.
Vragen: Kent iemand uit Doornspijk of Elburg de onderduikgeschiedenis en de tragische afloop van het joodse echtpaar Gans-Koopman, alias Akkerbaum? Bij wie waren ze ondergedoken? Zijn de onderduikgevers ook meegenomen voor verhoor?
Bronnen:
- Arolsen Archief, Bad Arolsen, Duitsland
- Geheugen van Amsterdam-Oost
- Kelvin Wilson, Ridderkerk
-
- Gesina Gans-Koopman in 1947
Gesina Gans-Koopman in 1947
