Bij bakker Herman van Ommen en zijn vrouw Petertje van Ommen-van de Kruisweg op Bovenheigraaf 34 te Oldebroek duiken twee joden onder.

Tijdens een razzia in augustus 1943 worden beide joden opgepakt. Ze worden samen met vijf andere joden, waaronder Jacques en Annie Bromet die bij een broer van Petertje aan de Zuiderzeestraatweg zijn opgepakt, naar het Huis van Bewaring in Arnhem gebracht. Hun namen zijn (nog) niet achterhaald.

Bij de bevrijding van Oldebroek verblijven de uit Rotterdam afkomstige joodse meisjes Dientje en Marietje Kleinman bij de familie Van Ommen. De meisjes zijn op meerdere onderduikadressen geweest, onder meer bij G. van de Streek in de Kerkstraat van Oldebroek, bij C. Bruijnes op de Groote Woldweg in Oosterwolde en bij ds. Kuypers in Mastenbroek.

Wanneer ze bij Van Ommen zijn ondergedoken is (nog) niet bekend.

Bronnen:

- B. Dekker-Flier

- Gerdy van der Lans, Etgreun. Verhalen van een Oldebroekse jeugd door Leida van der Lans-van de Streek (Hilversum2017)

- Centraal Registratiebureau voor Joden, supplement A2, Collectie United Holocaust Memorial Museum (Dutch Survivor Lists) te Washington