Renate Rosenblatt uit Amsterdam duikt in 1944 onder bij de familie G. Holstege, Bovenweg 14 op ’t Harde. Ze is dan al op meerdere onderduikadressen geweest, onder meer in Oostendorp bij de familie Flim en in Elburg bij de families Westerink en Bleij.

Bij de familie Holstege blijft ze tot de bevrijding. Renate schrijft over haar verblijf in Doornspijk voor Joods Amsterdam: ‘Wat ik me herinner is de weg naar de boerderij toe: “Ik heb nog nooit zulk hoog gras gezien”, zei ik toen ik langs een korenveld kwam. De schrik van mijn leven kreeg ik daar toen de kinderen mij op de stal hun stier lieten zien. Ik weet nu nog hoe ik uitgelachen werd. Ik sliep er één nacht in de bedstee. Ik denk dat ik in bed had geplast. Ik werd verbannen naar de hilde: de hooizolder waar ik boven de koeien sliep. Ik moest daar komen via een ladder. Het toilet, de plee, was buiten. Ik moest dus ’s nachts in het donker die ladder af, naar buiten, naar die wc en dan weer naar binnen die ladder op naar bed… een plekje in een hoekje op stro. Nog steeds kan ik af en toe nachtmerries hebben over die tijd.’

Renate gaat na de bevrijding terug naar de familie Flim in Oostendorp. Haar zusje overleeft de oorlog ook. Haar ouders Jacob en Bertha Rosenblatt-Lustbader zijn op 24 september 1943 vermoord in Auschwitz.

Bron:

• Norel, Willem van, Joods leven in Elburg (Wezep 1995)
• Website Joods Amsterdam – Joodse sporen in Amsterdam en omgeving.
• Centraal Registratiebureau voor Joden, supplement A2, Collectie United Holocaust Memorial Museum (Dutch Survivor Lists) te Washington